Het zal niet de eerste bestemming zijn die bij u opkomt, denk ik, als men u vraagt naar een stad waar het goed bier drinken is in Europa – maar wat valt er een hoop te ontdekken en genieten in Oslo, de hoofdstad van Noorwegen! Toegegeven: je moet een berg geld meenemen (de Noorse bieraccijns behoort tot Europa’s hoogste – bier is er afgrijselijk duur) als je op stap gaat, maar je krijgt er een hoop voor terug. Vooral de wijk Grünerløkka biedt een verbijsterende hoeveelheid pleisterplaatsen.
Eerst een waarschuwing: wet- en regelgeving rondom drank is in Noorwegen op het Taliban-strenge af. In supermarkten mag je alleen drank verkopen waarin minder dan 4,7% alcohol per volume zit, en om zes uur ’s avonds wordt er een scherm voor het bierschap neergelaten. Ja, u leest het goed: na zessen kun je geen bier meer kopen voor thuisgebruik. Als klap op de vuurpijl gaat het scherm op zondag niet eens omhoog!
Drank met meer dan 4,7% alcohol (dus ALLE wijn, sterke drank en vrijwel alle ‘speciaal’bier) wordt, voor thuisgebruik, louter via het Staatsmonopolie verkocht. Noorwegen heeft 292 van dit soort winkels (Vinmonopolet) die op zich een fantastisch aanbod hebben, maar je moet er wel naar op zoek.
Terug naar Grünerløkka. De wijk grenst aan het centrum van Oslo, wordt gekenmerkt door een De Pijp-achtige sfeer en heeft een onvoorstelbare hoeveelheid geinige winkeltjes. Veel tweedehandskleding en –spulletjes, warme bakkers en natuurlijk ook restaurants, cafés en brouwcafés domineren het straatbeeld. De entree van de wijk, komend via Storgata, is het oude gebouw van Schous Bryggeri. Hierachter ligt, in de kelder, een prachtige proefkelder: Schouskjeller. Hier vind je veel eigen brouwsels (de microbrouwerij is deels zichtbaar bij de entree) maar ook een indrukwekkende lijst (inter)nationale specialiteiten en hoogtepunten. De bezoekers zijn overwegend buurtbewoners: je kent dat wel, jong en hip volk.
Wandel via Thorvald Meyersgata naar het noorden: elke meter is de moeite waard, en je belandt uiteindelijk bij het lieflijke Birkelundenpark – een teken dat je te ver bent doorgelopen. Vlak voor het park, op Meyersgata, zit namelijk Grünerløkka Brygghus. Het restaurant heeft geen ‘eigen’ brouwerij maar ontwikkelt wel eigen recepten: de twintig tapkranen worden minimaal voor de helft gevuld met eigen werk. De ideale combinatie hier is, dat ligt voor de hand, die met de keuken: naast de onvermijdelijke fish and chips en het burger-bombardement serveert men hier Noorse ‘Husmannskost’, ofwel de Gutbürgerliche Küche. De uitgebreide bier- en gerechtenkaart verwijzen telkens naar elkaar, zodat je om een combi nooit verlegen zit. Er is een klein terras.
Ook in Oslo is Brewdog neergestreken in de vorm van een Brewdog Bar: BD57, op Marktveien 57, een parallelweg van Thorvald Meyersgata. De typische Brewdog inrichting, een exuberante bierlijst en een kleine kaart – je kunt je hier prima een uur of wat vermaken. Ook BD57 heeft een klein terras, en zoals overal in Oslo mag je bier mee naar buiten nemen – tot half elf ’s avonds. Echt.
Niet ver hier vandaan vinden we dan Mathallen. Elke stad heeft tegenwoordig wel een opgeknapt stuk industrieel erfgoed waarin nu alles om eten en drinken draait, en dat is hier niet anders. Diverse winkeltjes bieden elk denkbare keuken aan, of op zijn minst de ingrediënten daarvan. De ligging aan de Akerselva, de rivier die door Oslo loopt, is mooi en de hele omgeving eigenlijk meer dan de moeite waard: het oude abattoirterrein heeft, naast deze hemel voor foodies, een winkelcentrum met voor elk wat wils. Maar we komen hier voor het bier: in Mathallen ligt dan Øltorget, een uitgebreide bar met diverse bieren van fles en fust. Naast de bekende internationale grootheden kun je hier ook leuke lokale specialiteiten proeven. De gelegenheid om bij een van de vele stalletjes iets te eten te bestellen en dat bij een bier naar keuze te genieten doet de feestvreugde natuurlijk alleen maar stijgen!
Als je nu besluit terug naar het centrum te gaan ontkom je niet aan een bezoek aan Crowbar. Deze brewpub heeft industrial design tot in het absurde doorgetrokken, ziet er op het eerste gezicht uit als Uw Betere Tattoo-parlor, maar wordt bevolkt door uiterst vriendelijk en deskundig personeel en dito klandizie. De brouwerij, achterin de zaak gelegen, produceert vooral sterk, zwaar, donker en hoppig bier – van half werk houdt men hier niet. De muziekkeuze valt in het zelfde segment, alleen de keuken onttrekt zich grotendeels aan het adagium ‘hoe donkerder, hoe beter’. Verder heeft Crow Bar (leuke woordspelling, niet?) natuurlijk 20 tapkranen en een flessenkaart van Oud Testamentische proportie.
En dan nog bent u er niet! We lopen Torggata verder af, steken Youngstorget over (aan dit plein liggen ook nog pareltjes hoor, zoals Internasjonal (leuke selectie bieren) en Kulturhuset, waar werkelijk alles uit zemelen en aanverwanten is opgetrokken – ook de bieren)) en duiken links een steegje in, meteen na feestcafé Sør: het brengt u op een binnenplaatsje met drukbezochte kroegen en rechts achterin vinden we dan Wurst: een gelegenheid met 20 tapkranen, een mooie flessenkaart en de keuze uit hotdogs op allerlei wijze gemaakt. Godlof, ook de gewone Wiener wordt niet geschuwd. Hier is het uitstekend toeven: er is een binnen en een buiten, de bediening is net arrogant genoeg om leuk te zijn, de bierselectie is een ‘Alle 13 Goed’ voor geeks en dan de lijst met mogelijke hotdog bereidingen… Deze worden direct achter de bar klaargemaakt, waarna u uit een schier oneindige batterij toppings mag kiezen. Wurst is, kortom, de perfecte nekslag van een rondje Oslo – Grünerløkka.
Leave a Reply