Alle gekheid op een stokje: soms zit biergeluk in een klein hoekje, meer bepaald eenvoud. Ja, ik kan nog steeds opgewonden raken van een uitzinnig gehopte IPA – zeker als deze vers is – en ja, ik mag graag in de bank wegzakken met een rijke gerstewijn in de hand. Het zijn het soort bieren die om aandacht vragen, waarvoor je je moet inspannen om de diepere, complexe karaktertrekken te ontdekken. Prachtig – maar soms, soms, hoeft het niet complex – liever niet, zelfs.
Zo vond ik mezelf deze week terug in Praag, waar ik mocht jureren bij de Gouden Tsjechische en Moravische Bierkronen – zeg maar de Tsjechische Beer Challenge. Aan de vooravond van de wedstrijd wandelde ik door het oude centrum van Praag, koersend op oude liefdes: U kata, (de kat) een lekker drankhol in de plint van het oude stadhuis op Staroměstské námesti, en U zlatého tygra (de gouden tijger) – oerklassiek en een toeristenhol van jewelste, tenzij je er op maandagavond binnenwandelt. De Gouden Tijger is ook de kroeg waar Vaclav Havel de Amerikaanse president Bill Clinton mee naar toe sleurde – letterlijk – toen hij tijdens een staatsbezoek door Grote Dorst werd overvallen. Hier schenkt men Pilsner Urquell – en dat is dat. De enige keus die je hebt is de manier van tappen: klassiek of modern.
Klassiek: de halve liter pul (een kleintje, dus) gaat onder de tap die vervolgens slechts deels geopend wordt: de kastelein bedekt de glaswand, 360 graden rond, met een laagje schuim – als deze is aangebracht gaat de kraan helemaal open en zo tap je een glas bier met een schuimkraag als een boxspring: massief, langstaand en met als doel de bitterheid van de hop extra tot haar recht te laten komen.
Modern: de tap gaat gelijk helemaal open en in een hoek van 45 graden gaat het glas eronder. De schuimkraag is nog steeds imposant maar minder fors als bij de klassieke manier. Die kraag staat ook korter en hierdoor ontsnapt het koolzuur eerder – het komt de doordrinkbaarheid ten goede maar legt minder de nadruk op de rol van de nobelhop soorten die het drinken van Tsjechisch pils zo onweerstaanbaar maakt..
De in lederen voorschoot gestoken kastelein van De Gouden Tijger tapte onverstoorbaar voort, alleen tijd makend voor het lurken aan zijn e-sigaret en het spoelen van de pullen. Ook dat laatste was een genot: twee gootstenen vind je naast de tap. Een daarvan is gevuld met water: de pullen worden met grof geweld en een groot uitgevallen wc-borstel grondig gepoetst, waarna ze (met z’n vieren tegelijk natuurlijk) in de tweede belanden. Die bevat koel stromend water, waarin ze worden afgespoeld en vervolgens op de tapkast worden gesmeten – klaar voor een nieuwe dienst. Het resultaat?
Biergeluk in een klein hoekje, een perfect glas Tsjechisch pils. Met daarnaast een velletje papier waarop de kelner bij elk nieuw glas een streepje zet. Die nieuwe glazen worden ongevraagd neergezet zodra de bodem in zicht komt. Nou ja, ongevraagd: leg je viltje op je glas en de kelner weet genoeg.
En zo werd het vanzelf elf uur. Enkele streepjes rijker, een bespottelijke laag bedrag armer, en intens gelukkig wandelde ik naar het hotel, klaar om de volgende dag een bierwedstrijd te jureren – een triljoen van dit soort bieren!
Leave a Reply