Bieronderzoek Mercure Hotels geeft interessante inzichten – bestaat ‘vrouwenbier’ toch?!

Op Internationale Bierdag, de eerste vrijdag van augustus, presenteerde Mercure Hotels de resultaten van het in haar opdracht gehouden Bieronderzoek. Duizend Nederlandse en evenzoveel Belgische bierdrinkers kregen vragen voorgelegd over onder andere hun voorkeuren qua stijl, drinkmomenten en combineren van bier met gerechten. Uit de resultaten kwamen soms opmerkelijke gegevens naar voren.

Er is al het nodige over geschreven, dus alle resultaten zal ik hier niet vermelden: die kun je op meerdere plekken terugvinden, onder andere bij PINT. En mocht de vraag opkomen waarom een hotelketen als Mercure een onderzoek naar bier laat uitvoeren: verleden jaar namen ze een opmerkelijke stap door het programma ‘About Beer’ te lanceren, waarbij vrijwel elke Nederlandse Mercurevestiging aan een lokale brouwerij werd gekoppeld. Bieren van die brouwers worden in de hotels actief verkocht, in de bar en het restaurant. De Engelse versie van het begeleidende magazine kun je hier bekijken. Ik schreef mee aan het magazine en mocht nu de uitkomsten van dit onderzoek van commentaar voorzien voor het persbericht – enkele opmerkingen wil ik hier wel verder toelichten.

De Pelikaan in Antwerpen (ook bekend als 'het Nationaal Instituut')

De Pelikaan in Antwerpen (ook bekend als ‘het Nationaal Instituut’)

We zien grote verschillen als we kijken waar we het liefst bier drinken: de Nederlander doet dat het liefst thuis, in het eigen huis of bij vrienden en familie. De Belg doet dat vaker ‘op café’: meer dan de helft geeft aan daar wel eens bier te drinken, tegen slechts vier op de tien Nederlanders.  Opvallend is dat de Belgische jongeren vaker ‘buiten de deur’ drinken: op café, bij evenementen of bij sportwedstrijden. Het lijkt erop dat zij het sociale aspect (het samen, gezamenlijk genieten) belangrijker vinden dan de anderen.

fbaf85a05aae099f26059c36ddac81c3Opvallend is dat ruim de helft van de ondervraagden zegt  ‘zelf wel te ontdekken wat ze lekker vinden’ en nauwelijks advies aan (lokaal) horecapersoneel te vragen: slechts een kwart doet dat. In schril contrast hiermee staat dat vrijwel niemand informatie zoekt over het lokaal gedronken bier – driekwart tot 80% is neutraal tot totaal niet geïnteresseerd. Het is een grijpgrage, hedonistische manier van bierbeleven, met een relatief korte spanningsboog. Graag veel smaak en ‘beleving’, niet te veel feiten en informatie. Uiteindelijk waarderen Nederlanders bier uit andere landen hoger en eerder dan Belgen – twee op de drie vindt dat ‘Buitenlandse lokale bieren meestal niet kunnen tippen aan het bier uit ons land’, tegen slechts een op drie Nederlanders.

Nederland is nog steeds onbetwist een pilsland: vijf op de tien mannen en drie op de tien vrouwen noemt dit als favoriete bierstijl. Belgische mannen en vrouwen noemen pils met respectievelijk 21% en 13% significant minder. Bijna de helft van de Zuiderburen noemt Blond of Donker bier als favoriet, duidelijk meer dan Nederlanders én duidelijk meer dan witbier of amber bier. Die laatste stijl 628c933117598584c304091a488cd651lijkt alleen nog bij Franstalige vrouwen in trek. Nederlandse vrouwen zorgen er dan weer voor dat Radler door bijna 13% van de Nederlanders als favoriet wordt genoemd: onder henzelf is het, met 20%, zelfs de op één na meest populaire stijl van allen!
Vaak wordt ontkend dat er zo iets als ‘vrouwenbier’ bestaat, waarmee op zoete al dan niet fruitbieren wordt gedoeld, maar dit onderzoek geeft duidelijk aan dat Nederlandse vrouwen met 20% Radler en 18,5% zoet fruitbier dit nadrukkelijk als favoriet hebben. Belgische vrouwen lijken Radler nauwelijks te kennen maar ruim 22% noemt zoet fruitbier als favoriet: met Radler samen toch een op vier. Dit vraagt om nader onderzoek – of overschatten prominente biervrouwen de gemiddelde smaakvoorkeur van hun seksegenoten?

2 Comments
  • Dirk Breedveld
    augustus 9, 2016

    Misschien is het niet geheel juist alle fruitbieren als net zo zoet neer te zetten als de Radlers, en misschien zijn vrouwen wel meer de BOB, waardoor ze kiezen voor alcoholvrije, of laag alcoholische alternatieven?
    Wat anders is de kwaliteit van het verkopend personeel. Uit eigen ervaring weet ik dat je de gast in het algemeen kan prikkelen om bijvoorbeeld ipv een Skuumkoppe eens een Weihenstephan Dunkel te proberen. Maar dan is ook de aftersales van belang voor de feedback. Dat zelfde gaat ook op bij bijvoorbeeld de veel bestelde Luefmans fruitesse naar de Liefmans brut, of een Boon kriek.
    Maar ook ik vond het een interessant onderzoek.

  • Rob
    augustus 9, 2016

    Dat mensen nauwelijks advies vragen aan het horecapersoneel vind ik niet zo opmerkelijk. Het personeel weet vaak amper wat ze schenken.
    Uitzondering hierop zijn de gespecialiseerde cafés.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *