Brouwen is leuk, totdat….

Goed, je hebt je passie gevonden en bent een brouwerij begonnen. Je koos ervoor niet voor de ‘goedkope’ optie te gaan maar investeerde fors in apparatuur, huurde een ruimte en nam personeel in dienst. Steeds meer bierliefhebbers omarmen je bier en de verkoop vertoont een stijgende lijn – het leven kan niet veel mooier. Dan, als je op een avond voldaan in je stoel ploft en een ‘eigen’ biertje opent, knalt het bier uit fles of blik en maakt vlekken op je plafond, ruïneert je broek en dat tapijt kun je ook wel weggooien. Voor je het weet begin je klachten te krijgen van consumenten die hetzelfde zwarte scenario hebben meegemaakt. Het wordt erger als je een klacht krijgt van een café alwaar een flesje in de koelkast is ontploft, gevolgd door een bierwinkelier die twee ontploffende flessen op de plank had – de muur, en aanpalend assortiment, is onherkenbaar veranderd. Je voelt de aarde zich onder je voeten openen en je valt in een diep, donker gat.

Eric Wallace, co-founder of Left Hand Brewing

Geloof het of niet, maar als brouwer kun je alles in de hand houden om het bovenstaande, inktzwarte scenario te voorkomen. En toch overkwam het twee goed bekend staande brouwerijen onlangs, op twee verschillende continenten: de in Longmont, Colorado gevestigde Left Hand Brouwerij moest bier ter waarde van miljoenen terug uit de markt halen en vernietigen, net als honderden hectoliters bier die nog in de lagertanks lagen. Het ‘vlaggenschip’ bier begon plotseling nare smaakjes te ontwikkelen en er ontstond uitzonderlijk hoge koolzuurvorming in fles en blik waardoor sommigen spontaan explodeerden. Wat was er mis gegaan?

Nitro Milk Stout should not be on the ceiling

Left Hand Brewing was er zeker van dat interne problemen niet de oorzaak konden zijn. De Amerikaanse brouwerij ging zelfs zover dat zij de productie compleet stillegden en het hele brouwhuis ontmantelde, op zoek naar de infectiebron, om er achter te komen dat het probleem daar niet huisde. Het kostte de brouwerij meer dan twee weken productie, om nog maar te zwijgen van de hoeveelheid te vernietigen bier: de schade liep in de miljoenen dollar. En nog steeds was de oorzaak van het probleem onbekend.

It’s not always fun…

De brouwerij zocht zijn toevlucht in een grondige laboratoriumanalyse. In het geval van Left Hand Brewing bleek het bier saccharomyces cerevisiae variant diastaticus te bevatten, een wilde gistsoort die bekend staat om een agressieve tweede vergisting en overmatige, explosieve koolzuurvorming. Dat moest wel betekenen dat de besmettingsbron lag bij de leverancier: de brouwerij betrekt haar gist van White Labs, een wereldwijde leverancier van brouwersbenodigdheden. De brouwerij heeft nu een rechtzaak tegen de leverancier aangespannen en zoekt compensatie. White Labs ontkent schuld en zo wordt dit een interessante zaak om de komende tijd te volgen.

Leveranciers kunnen dus de achilleshiel vormen voor een brouwer, zoveel is wel duidelijk. Als brouwer kan, en moet, je allerlei voorzorgsmaatregelen nemen om besmetting en infectie in je brouwerij te voorkomen. Maar naar nu blijkt moet je ook rigoureus controleren wat voor grondstoffen je aangeleverd krijgt om er zeker van te zijn dat je bier niet tegen iemands plafond beland. Ja, brouwen is leuk, totdat het tegen het plafond klotst.

No Comments Yet.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *