Onlangs was ik enkele dagen in Londen en niet noodzakelijk voor bier – maar wanneer je er bent en er is die overvloed aan bierkeuze om je heen, goed, grijp ik toch het moment, zeg maar. Een korte familievakantie (Kleine Kempen wilde gaan ‘winkelen in Londen’ en wie ben ik om haar dat te ontzeggen) deed me in mijn favoriete hotel in Euston belanden, toevallig om de hoek van de Euston Tap gelegen. En van de Bree Louise, maar dat wist ik toen nog niet.
Voor degenen onder u die nog niet naar de Euston Tap zijn geweest: zet het bovenaan uw London bucket list: als u er eenmaal bent begrijpt u wel waarom. Wat ik mij echter nooit had gerealiseerd is dat de kleine pub halverwege de zijstraat naast mijn hotel – misschien – nog beter was. Ik ben er door een verscheidenheid aan slechte redenen nooit eerder beland, maar aangezien The Shopper druk doende was met het uitpakken van haar buit had ik ruimschoots de tijd. De Bree Louise (het is vernoemd naar de dochter van de eigenaar, die slechts twaalf weken oud stierf – dat is wat ik noem durf hebben) is niet de grootste van de Londense pubs, waarschijnlijk net tien bij tien meter, en veel ruimte gaat verloren als gevolg van het soort noodzakelijkheden als de bar, de toiletten en het feit d
at het twee ingangen heeft, want een hoekpand. Een dansende dolle olifant zou echter niet leiden tot enige waarneembare schade aan het lokaal en, de stamgasten in ogenschouw nemend, waarschijnlijk niet eens worden opgemerkt. Dit is ernstig, toegewijd en Het Betere Drinken! Zes kranen en elf casks (of zwaartekracht pompen, geen hand pump) serveren een uitstekende en snel wisselende selectie bieren uit de hele wereld. Om het af te maken hebben ze elf ciders en perry’s op vat of bag-in-box. Een van de bieren van de gravity pump was een van mijn all-time favorieten: Bank’s Light Mild. Daar, ik heb het gezegd.
Mild heeft me altijd geïntrigeerd, al sinds ik mijn eerste pint Boddington’s Mild dronk, in de jaren tachtig in Manchester, toen Boddie’s nog alleen in een straal van dertig kilometer rond de brouwerij verkrijgbaar was. Als stijl was het een revelatie: nooit had ik mij gerealiseerd dat een biertje met zo weinig alcohol zo lekker kon zijn! Het was natuurlijk heel anders dan de pilseners waarmee ik ben opgegroeid – op alle fronten. Een van de lokale vrienden wist alle pubs die Boddington’s Mild serveerden (het liefst van de hand pump) blindelings te vinden en ik ben er vrij zeker van dat we ze allemaal hebben geprobeerd. De biscuit smaak, de behoorlijk expressieve hop smaak (meer dus dan bij Bitter, terwijl je zou verwachten dat het andersom is) in combinatie met het lage koolzuurgehalgte maakte het mijn vaste keuze. Mild is blijkbaar al decennia in verval, terwijl het ooit het meest gedronken biertype in Groot-Brittannië was. Dezer dagen heb je er een hele opgave aan om een goede pint mild te vinden. Maar de Bree Louise serveerde Bank’s, voor mij de benchmark Mild. Ik was, kortom, de gelukkigste man op aarde.
Mild heeft het nog niet geschopt tot de stijlen waarmee onze moderne experimentele brouwers graag tekeer gaan, maar ik hoop dat het dat worden zal. Onze eigen Kees Bubberman heeft in zijn huidige line-up van Kees bieren een dijk van een Mild, maar het gerucht gaat dat hij deze toch laat vallen: er is domweg te weinig vraag. Wat de hipster-boer niet kent, dat vreet hij niet? Het zou een regelrechte schande zijn als Kees Londen Mild verdwijnen zou, want naar mijn mening is dit een prachtig bier. Wat zeggen jullie ervan: zullen we een petitie starten opdat Kees de Londen Mild in zijn gamma houdt?
Leave a Reply