Er bestaat de kans dat als u dit leest een groot deel van de Parool redactie nog aan een bierproeverij zit – nieuwsgierig geworden door al die Dorst Lessen neem ik ze mee op een kleine verkenningstocht in Bierland. Geen zorg, de krant van morgen ploft gewoon op de mat. Ook leuk is dat zo’n proeverij heel niet moeilijk te organiseren is: u kunt het zelf, gewoon bij u thuis of op de camping.

Sommigen zien een beetje op tegen een bier- of wijnproeverij. Het blijkt dat u nogal geïntimideerd raakt van een moeilijk kijkende ‘professionele’ proever die een glas walst en vervolgens mompelend dingen begint te zeggen als ‘boeket’, ‘vol en rond’, ‘delicate balans’ of ‘o nee o nee o nee, ruik ik daar nu hout, nee toch?’. Laat u zich niet gek maken: het is niet altijd gemakkelijk onder woorden te brengen wat u proeft, maar u hebt altijd gelijk. Uiteindelijk proeft u, wat u proeft – daar kan geen maître du vin of biersommelier tegenop.

Waar moet u op letten als u zelf een proeverij organiseert? Maak een goede selectie: proef bij voorkeur niet meer dan zes bieren tegelijk. Om de bitters goed waar te nemen moet je bier doorslikken (spugen mag wel, maar een slokje moet voorbij de huig) en na zes slokjes worden de smaakpapillen moe. Kies totaal verschillende bieren, of juist uit dezelfde stijl: verdiep je in bijvoorbeeld tripel, of merk de verschillen tussen biersoorten op. Kies de volgorde op basis van intensiteit en alcoholgehalte: bouw op van laag naar hoog, bijvoorbeeld via een witbier, een dubbel, een stout, een IPA naar een gerstewijn. Laat altijd smaakintensiteit boven alcoholgehalte prevaleren (vraag uw slijter om advies).

Proeven is als een eerste ontmoeting: de eerste indruk is visueel. Houd het glas tegen het licht – kleur en eventuele troebelheid zeggen al veel. Doe als hondjes en snuffel. Niet de neus diep in het glas steken, maar rustig onder de neus bewegen: aroma’s bereiken de neus en hier proeft u 70% van de totale smaak. Neem daarna de proef op de som en beweeg de slok in uw mond. Vertel wat u proeft, op naar de volgende.

Praktijktips
Zorg voor schone glazen, idealiter wijnglazen. Was af met heet water zonder zeep en droog met een niet-pluizende doek. Controleer of er geen ‘luchtje’ aan het glas zit en gebruik droge glazen. Was tussendoor steeds de glazen schoon; we willen geen restsmaken. Neem tussendoor een slok water of droge cracker. Neem de tijd en maak aantekeningen. Beschrijf wat u proeft voor later vergelijk.