Dutch crafty

Voor Brouw! Magazine, het onafhankelijke magazine voor craft- en homebrewers in Nederland en België, schrijf ik elk kwartaal een column – in de meest recente uitgave ging die over ‘Dutch crafty’. De Nederlandse vereniging van kleine en onafhankelijke brouwerijen, CRAFT, verwees naar deze column in een door haar uitgebracht persbericht – de tekst vind je via deze link – getiteld ‘bierrevolutie met een bittere smaak’. Dat persbericht lokte diverse, soms heftige, reacties uit. Zo plaatste Bierista een licht polemisch artikel getiteld ‘Craft bierbrouwers stop met dat Calimero-gedrag’ waarin Alain Schepers de door CRAFT geluide noodklok een “verkeerd signaal” noemt. Grappig genoeg plaatste diezelfde Bierista dezelfde dag onder de kop ‘Wat is craft bier’ een advertentie om toch vooral het officiële Bierista diploma te halen – een interessante, zelfgekozen, spagaat. Maar goed, daar gaat het nu niet om. Wel reden om, in goed overleg met de uitgever van Brouw! Magazine, de bewuste column ook op My Life With Beer te plaatsen. Bij dezen – blijf genieten!

Dutch Crafty
Het is 2012 – de bierrevolutie staat op het punt van uitbreken in Europa, maar woedt al enkele jaren in Amerika – als de Brewers Association, de vereniging van Amerikaanse craft brewers, een niet mis te verstaan statement uitbrengt. Het betreft een stellingname over de toenemende productie van bieren die lijken op craft maar gebrouwen zijn door mondiale grootbrouwers. De BA spreekt haar zorg uit over dit fenomeen, juist omdat het voor de avontuurlijke consument niet altijd duidelijk is wie er nu precies achter een bepaald product zit. En producten die doen alsof ze gemaakt zijn door een kleine en onafhankelijke brouwerij terwijl er in werkelijkheid een bierfabriek achter schuilgaat, die ziet als de BA als een vorm van bedrog.

“Het succes van kleine en onafhankelijke brouwerijen blijft niet onopgemerkt. Er wordt steeds minder massaal geproduceerd lager gedronken. Veel grote producenten van dit lager beginnen nu zelf bier op de markt te brengen dat ‘craft’ imiteert en/of kopen, soms controlerende, belangen in kleine en onafhankelijke brouwerijen. Hoewel dit enerzijds een groot compliment voor kleine en onafhankelijke brouwers is, is het belangrijk te onthouden dat als een grote brouwer een craft brouwer koopt, die brouwerij daarmee niet langer craft is.” Voorts wees de BA erop dat bieren zoals Blue Moon of Shock Top er weliswaar uitzagen als bier van een kleine en onafhankelijke brouwerij, maar dat de bieren door respectievelijk Miller Coors en Anheuser-Busch InBev werden gemaakt – bepaald geen craft. Het leidde uiteindelijk tot het ‘seal of independence’ waarmee een brouwerij haarscherp kan laten zien aan de consument dat dit bier van een kleine en onafhankelijke brouwerij betreft. De Amerikaanse consument gebruikt dit zegel overigens niet als kwaliteitskeur, maar als bevrediging van een emotie: ik wil met mondiale grootmachten niets te maken hebben.

In Nederland wordt Hertog Jan bier al langer als ‘crafty’ ervaren, hoezeer er in de reclames ook wordt gestrooid met hopbellen in brouwketels – allesbehalve de realiteit in Arcen. De brouwers van de Hertog Jan bieren mogen dan gepassioneerde individuen zijn – het is uiteindelijk Carlos Brito die er aan de touwtjes trekt. Van Brito is mij onbekend of hij überhaupt ooit bier heeft gedronken en zijn imago is allesbehalve craft: geen tattoo, geen baard, geen flip-flops. Het door hem gekochte Goose Island heeft inmiddels het craft imago verloren; net zoals haar vlaggenschip bier, de Goose Island IPA, het fruitige en grassige hoparoma langzaam maar zeker kwijtraakte.

Heineken mag graag vergoelijkend zeggen dat het nog steeds een familiebedrijf is (de erfgename beheert een controlerend belang in het brouwbedrijf via een listige constructie van preferente aandelen) en ooit begon met slechts 2.500 hectoliter, maar ja. Het kocht een van Amerika’s grootste craftbieren met Lagunitas – een groot compliment voor de oprichters – en distribueert dat inmiddels wereldwijd. Niet alles wordt meer in Amerika gebrouwen: zo brouwt men in Wijlre nu ook Lagunitas IPA, waarbij het hoparoma veel minder aanwezig is dan menig bierliefhebber zich herinnert. Lagunitas is daarmee een schoolvoorbeeld van crafty.

Datzelfde Heineken verraste dit jaar bij Dutch Beer Challenge door een onverwachte medaille te winnen: brons in de categorie ‘licht blond’ voor Punt. Blond. Huh?! Punt, dat is toch een huurbrouwer uit Groningen, die zijn bier laat brouwen bij Bierbrouwerij Breda?! Jazeker, maar blijkbaar is Henkjan Matthijs geen eigenaar meer – bij de inschrijving was men eerlijk genoeg dat ook als zodanig te vermelden. Op de eigen website is Heineken daar weer minder duidelijk over: onder de kop ‘lokale bieren’ wordt Punt. Blond landelijk aangeboden in een portfolio van vijf lokale bieren, die samen “een geloofwaardig en relevant portfolio vormen om uw assortiment te verreiken” (ik heb de spelfaud integraal van de site overgenomen, zo netjes ben ik dan ook wel weer). Het roept de vraag op of bieren als Van Slag of ‘t Mag nog echt craft zijn, of dat deze ook inmiddels zijn opgeslokt door de grootbrouwer uit Zoeterwoude. Het ‘geloofwaardige en relevante portfolio’ is inmiddels aangevuld met Oedipus – nog niet op de site – en de tijd zal leren of die kleurrijke bieren ‘craft’ zijn, want een CRAFT brouwer mag niet meer dan 25% van de aandelen verkopen aan een niet-CRAFT lid. Craft? of toch crafty?

No Comments Yet.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *