Een ‘zegel’ voor onafhankelijke brouwerijen – waardevol voor Nederlandse brouwers?

De Amerikaanse “Brewers’ Association (BA)”, de branche- en belangenvereniging voor Craft Brewers, lanceerde enkele maanden geleden een logo voor op fles en blik, waarmee een kwalificerende brouwerij haar ‘onafhankelijkheid’ kan laten zien. De gedachte er achter leest u hier, maar kort komt het erop neer dat de BA van mening is dat “de onafhankelijkheid van een brouwerij voor de consument van belang is”. Ik vroeg mij af of een dergelijk zegel waardevol is, desnoods voor de consument, en of een dergelijk zegel ook voor Nederlandse brouwerijen en consumenten van waarde kan zijn. Ik kwam er niet uit, en dus vroeg ik een aantal vooraanstaande BBN’ers (Bekende Bier Nederlanders) naar hun mening. Mensen van brouwerijen, uit de consumenten- of brancheverenigingen, horecaondernemers en biercommentatoren. Met hun hulp scherp ik mijn eigen mening aan. Wellicht heeft u, lezer, daar dan ook weer wat aan!

Is een dergelijk initiatief waardevol voor Nederland, en de gemeenschap van Nederlandse brouwers?
De consumenten/PINT, Rianne Joose: “Een initiatief dat de consument in staat stelt om een betere keuze te maken is zeker waardevol. Maar dan moet ook heel duidelijk zijn wat een keurmerk inhoudt. We moeten waken voor een wildgroei aan aanduidingen op het etiket. Andere implicaties kunnen onduidelijkheid voor de consument zijn, of onnodige kosten voor brouwers.“

De brouwers:
Jan-Paul Rutten, Gulpener: “Ja. Brouwers die vanuit onafhankelijkheid brouwen doen dat met een andere ambitie en overtuiging dan degenen die dat vanuit een concern doen. Daarnaast zijn concern brouwerijen korte termijn en maximale winst gedreven; onafhankelijk brouwerijen zijn lange termijn en waarde toevoegend gedreven.”
Menno Olivier, De Molen: “We zijn hier geen US waar we voor de craft alleen Millers en Coors lite hadden. De biercultuur is hier altijd al beter geweest. Bovendien zijn de maten van de brouwerijen niet vergelijkbaar.”
Paul Brouwer, Oedipus Brewing: “Ik ben zelf niet altijd voorstander van keurmerken maar denk dat dit initiatief waardevol kan zijn voor de gemeenschap. Het creëert bewustzijn bij consumenten over waar bier vandaan komt en hoe het gemaakt wordt. Meer bewustzijn is wat mij betreft altijd goed omdat mensen dan zelf gaan nadenken en een eigen mening vormen.”

De brancheverenigingen:
Cees-Jan Adema (Nederlandse Brouwers): “ Ik juich initiatieven toe die de consument helpen kwaliteit te herkennen. Echter, zolang onafhankelijkheid geen correlatie heeft met kwaliteit of mate waarin geëxperimenteerd wordt (er zijn ook onafhankelijke brouwerijen die traditioneel brouwen, en dat is ook prima) en er geen objectieve maatstaf is voor de definitie heeft een ‘zegel’ geen toegevoegde waarde.”
Michel Ordeman (CRAFT): “Zeker, ik denk dat de interesse voor craft bier niet iets is dat alleen is voorbehouden aan Amerika, maar een wereldwijde ontwikkeling is. Vergelijkbaar met de opkomst van Slow Food en meer initiatieven van de wereld bevolking om bewuster om te gaan met hun keuzes van producten die zij consumeren.”

Horecaondernemers:
Peter van der Arend: “Zeker, al denk ik dat op dit moment de consument er nog weinig waarde aan zal hechten. Hoeveel mensen hechten waarde aan, of hebben kennis van, het keurmerk Trappist of Erkend Belgisch Abdijbier? Het zijn voornamelijk de geeks die het weten.”
Simon Fokkema: “Ik denk het niet. Misschien voor de geeks, maar hoeveel zijn dat er? Een dergelijk label is leuk voor de romantische gedachte van een onafhankelijke brouwerij maar in hoeverre ben je als brouwer onafhankelijk? Meestal zitten er toch investeerders achter die, als het puntje bij paaltje komt, behoorlijk wat te zeggen hebben. En eigenlijk ben je als brouwer nooit onafhankelijk: je bent afhankelijk van je afnemers, deelt je vrouw jouw passie, grondstoffen, enzovoorts.”

Biercommentatoren:
Henri Reuchlin: “De BA noemt onafhankelijkheid van andere brouwers, maar er kunnen natuurlijk andere eigenaren zijn die een belangrijk stempel op de bedrijfsvoering drukken. Voor mij is het belangrijkste of de geldschieters ook invloed wensen op de productiewijze of het portfolio, of dat ze op de achtergrond blijven.”
Fedor Vogel: “Vanuit de bierconsument gedacht in eerste instantie niet. De bierconsument wil immers lekker, kwalitatief goed bier drinken. Of dat nu onafhankelijk of niet onafhankelijk gebrouwen is, zal de consument een zorg zijn. Vanuit de groeiende beergeeks/craftbier gemeenschap gezien is het wel een initiatief dat navolging verdient in Nederland. Maar laten we ons dan eerst eens buigen over de definities van onafhankelijk en craft. Volgens mij heeft buurland België bijvoorbeeld heel veel onafhankelijke brouwers die al tientallen jaren superbieren brouwen, op een wijze die je craft zou kunnen noemen. Maar zo worden zij door de nieuwe generatie brouwers niet altijd gezien.”

Lezer: hier en daar heb ik de antwoorden iets geredigeerd, maar zo letterlijk mogelijk weergegeven. Wat leer ik er uit?
Eerst en vooral dat slechts weinigen zich duidelijk uitspreken: we polderen ook met onszelf. Slechts drie ‘duidelijke’ ja-stemmen en een duidelijke nee.
Ook opvallend is dat de BA dit onderscheid-met-zegel vooral zegt te maken ‘omdat de consument aangeeft daar behoefte aan te hebben’.  Veel antwoorden suggereren juist dat het voor ‘de’ consument maar betrekkelijk waarde heeft, weinig dus, omdat niet helder wordt wat dan het positieve is aan onafhankelijkheid, in vergelijking met afhankelijkheid. Vind ik een duidelijk en terecht kritiekpunt.
In datzelfde licht bezien vind ik de vele voorbehouden die worden gemaakt op het gebied van ‘kwaliteit’ sterk: onafhankelijkheid is niet synoniem aan goede kwaliteit, er zit geen enkele correlatie tussen. Dat beweert de BA ook niet, maar voor veel bevraagden is kwaliteit belangrijker dan onafhankelijkheid, en volgens hen geldt dat voor consumenten ook. Ik ben het daar wel mee eens.
Het meest opvallend is dat niemand ingaat op de waarde van het initiatief voor de gemeenschap van Nederlandse brouwers: alleen Jan-Paul maakt de verschillen in drijfveren nog eens inzichtelijk. Maar geen van de gevraagden stelt dat een onderscheid-met-zegel iets zou toevoegen aan (zelfs maar een deel van) de gemeenschap van Nederlandse brouwers. Misschien wel omdat dit er, eenvoudigweg, niet is? Ik ben geneigd dat nu te vinden, mede op basis van alle antwoorden bijeen.

Kortom, mijn Final Thoughts (thanks, Jerry!):
Ik denk niet dat een onderscheid tussen brouwerijen op basis van onafhankelijkheid waardevol is voor Nederland of de gemeenschap van Nederlandse brouwers, zo lang niet volstrekt helder is wat dit voor voordelen biedt voor henzelf of mij als consument.
Zolang onafhankelijkheid vooral iets is wat een brouwer(ij) graag wil zijn – prima, maar als het feitelijk niet betekent dat er daarmee een objectief meetbaar beter product wordt afgeleverd is onafhankelijkheid van een brouwerij voor mij net zo belangrijk als diens energienota.
En zolang het niet tot aanwijsbare voordelen of ‘onderscheidendheid’ leidt voor de gemeenschap van brouwerijen onderling, geloof ik dat het net zo’n duidelijke maar inhoudsloze parameter is als de eerste vijf cijfers van hun telefoonnummer. Een zegel voor op de producten is dan al helemaal overbodig.

Morgen vraag 2:
Hoewel de Amerikaanse definitie van ‘craft brewer’ helder is, en die van ‘onafhankelijk’ ook, hoe belangrijk vind jij onafhankelijkheid voor een brouwerij?

Met dank aan: Cees-Jan Adema, directeur van Nederlandse Brouwers (voormalig CBK); Michel Ordeman, voorzitter CRAFT (voormalig KBC); Paul Brouwer, Oedipus Brewing; Menno Olivier, Brouwerij De Molen; Jan-Paul Rutten, Gulpener Bierbrouwerij; Peter van der Arend, zytholoog en horecaondernemer; Simon Fokkema, horecaondernemer en bierdier; Henri Reuchlin, Het Bierburo; Fedor Vogel, hoofdredacteur Bier! magazine; en Rianne Joosse, Voorzitter consumentenvereniging PINT.

5 Comments
  • Ed Koopal
    augustus 15, 2017

    Ik denk dat het voor de “onafhankelijke” consument, het type “dat maak ik zelf wel uit” weinig toevoegt, maar voor de meer behoudende, keurmerk en THT gevoelige juist wel.

  • Ilja
    augustus 15, 2017

    Erg interessante reeks Rick! Leuk en goed dat je dit doet.

    Ik had graag iets meer gehoord over dit punt wat Jan-Paul Rutten maakt: “Brouwers die vanuit onafhankelijkheid brouwen doen dat met een andere ambitie en overtuiging dan degenen die dat vanuit een concern doen.”

    Wat is dat verschil in ambitie en overtuiging? Ik denk dat (puur speculerend), als je het meer ontleedt, het veel meer een gevoelskwestie is dan echt iets wat gereflecteerd is in de productiemethoden etc. Dan zou het keurmerk dus bepaalde warme gevoelens oproepen in de consument, zonder dat het echt gebaseerd is op een verschil in bier. Dat maakt zo’n keurmerk puur marketing, de vraag is of je dat wil. Maar omdat ik het niet zeker weet wat dat verschil is wat hier aangehaald wordt blijft het speculatie.

    • Rick Kempen
      augustus 15, 2017

      Dag Ilja – dank voor je aardige woorden, en een terechte vraag die je opwerpt.
      Jan-Paul is nu met vakantie, maar ik zal hem je mail doorsturen. Misschien wil hij er verder op ingaan!

      En straks deel twee- ook weer leuke antwoorden!

      • Ilja
        augustus 18, 2017

        Bedankt!

Laat een antwoord achter aan Ilja Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *