Het is een kwestie van geduld

En zo komt een roemrijke brouwerij zo ongeveer aan zijn einde: de Brand bierbrouwerij in Wylre wordt afgeschaald tot microbrouwerij. Ronkend rept eigenaar Heineken van “een miljoeneninvestering in Limburgse speciaalbieren” en de gedachte dat “de nieuwe microbrouwerij, naast de bakermat van klassieke brouwsels ook een broedplaats van collabs en limited editions voor Limburgse evenementen” kan worden. Een dampende drol, verpakt als smakelijk cadeautje. De waarheid is dat de brouwerij niet voldoende rendeerde. Vandaar dat de productie van Brand pils wordt verplaatst naar één van de twee Nederlandse bierfabrieken van Heineken in Zoeterwoude en ’s Hertogenbosch. Vandaar dat de vier overblijvende medewerkers straks een beetje mogen klieren met Brand Up, Imperator en nog te bedenken bieren waarmee marketeers “anticiperen op trends en consumentenwensen”. Kille rekenarij wint het weer eens van respect voor historie en emotie. Blijft de vraag: is dat erg?

Bierliefhebbers of aandeelhouders

Bierbrouwen is werk, en je verdient er je brood mee. Thuis- en hobbybrouwers (de naam zegt het al) doen het om de pret en het smaakavontuur, maar elke professionele brouwerij heeft monden te voeden. In dat licht bezien is het streven naar efficiency en optimaal rendement verstandig en volledig te begrijpen. Nu kun je dit tot in het extreme doordrijven, wat niet per se resulteert in iets waar biefliefhebbers – zeg maar even ‘de klanten’ –  én aandeelhouders – zeg maar even ‘de aandeelhouders’ – beiden blij mee zijn. De lastige taak voor de directie is het vinden van de gulden middenweg. Of gewoon schijt hebben aan een van beide partijen natuurlijk, waarbij opmerkelijk vaak de aandeelhouder aan het langste eind trekt.

Zo voerde Carlos Britto (voormalig baas van AB InBev, ’s werelds grootste verzameling bierfabrieken) het ‘zero sum budgetting’ in. Het komt erop neer dat geen enkele uitgave vanzelfsprekend is en jaarlijks opnieuw moet worden bevochten. Paperclips blijken schromelijk overschat, net als nietjes en hop. Roemruchte biermerken als Goose Island en Hertog Jan zien hun grootste biersoort uitgekleed worden tot op het smaakbot, terwijl er met limited editions en one-offs goede sier wordt gemaakt. Een zeldzaam voorbeeld van blije aandeelhouders én bierliefhebbers, overigens, al zijn die laatsten slechts eens per jaar een soort van blij als de Bourbon County of Grand Prestige vatgerijpt uitkomt.

In een gedurfde poging om bierliefhebbers te paaien heeft Heineken nu besloten de uit te kleden Brand brouwerij te presenteren als een microbrouwerij die Limburgs speciaalbier broedplaatst. Je voelt aan je water dat de term ‘craft beer brewery’ vaak door de directiekamer in Leiden is geschreeuwd: “Hoezo noemen we Brand geen Limburgs Craft biermerk?! Dat verkoopt als een gek man, craft bier!”.

Kwestie van geduld

Brand pils kan qua smaak zonder enige twijfel gewoon in een fabriek in Holland of Brabant worden gebrouwen, geloof me. Dat proeft helemaal niemand. Nee, die vlieger gaat niet altijd op: zo is het Lagunitas bier dat in Wylre gebrouwen werd nooit in staat geweest qua smaak in de buurt van het Californische origineel te komen. Daarom zie je er ook zo lekker veel van gedronken worden. En Brand Up was al langgeleden stuk gemaakt, toen het Urtyp pils door de toenmalige afdeling marketing van Heineken de smaaknek werd omgedraaid. En Imperator mag dan gelden als ’s lands oudste speciaalbier: de verkrijgbaarheid ervan was de afgelopen jaren al geminimaliseerd, net als dat van Brand Up overigens. Nee, Brand kun je rustig brouwen in Holland – Rowwen Hèze wist al dat het een kwestie van geduld is, rustig wachten op de dag….

Ik geloof overigens nooit dat de microbrouwerij in Wylre ooit een limited edition zal brouwen voor een Limburgs evenement – tenzij de afdeling marketing er een karrenvracht geld achteraan gooit. Geen Limburger zal Brand nog als Limburgs bier zien als het pils uit Holland komt, en een of ander raar gekleurde en dito ruikende en smakende ‘limited edition’ omarmen als écht eigen Limburgs bier. Maar goed: waarschijnlijk ben ik nou zo dom, en zijn zij nou zo slim.

Limburg, Texel

Overigens: veel van het Texels bier wordt ook allang niet meer op het eiland gebrouwen, maar in godbetert België. Wist je dat Heineken ook deze brouwerij bezit? De voorspellende waarde van de Texelse TV-reclame zal ooit net zo groot blijken als die Brand commercial met de Hollandse fietser die zich afvraagt of Brand nog steeds in Wylre gebrouwen wordt. Het is een kwestie van geduld tot het Texels bier gewoon in een van de Heineken Bierfabrieken in Zoeterwoude en ’s Hertogenbosch gefabriceerd wordt, en dat het schattige brouwerijtje op Texel, waar je nu al je kont niet keren kunt, wordt opgewaardeerd tot microbrouwerij die, naast dat dit de bakermat van klassieke brouwsels is, ook een broedplaats van collabs en limited editions voor Texelse evenementen worden kan. Of zoiets.

De aandeelhouders zullen blij zijn. Goed gedaan, Heineken Nederland! Jullie bonus is in the pocket!

2 Comments
  • Peter Dijkstra
    oktober 3, 2022

    Goed verhaal Rick! Overigens zijn in het verleden Wieckse Witte en Vos nog gebrouwen bij, toen, de Schaapskooi. Natuurlijk komt H-J pils niet uit Arcen. 20 ltrs komen uit Dommelen en 50 ltrs uit Leuven. Collabs uit Wijlre? Natuurlijk! Texels, Oedipus? en anderen.. uit de Heineken stal. Ondertussen diverse vrije Limburgse ondernemers gezien op fb die gaan kiezen tussen Alfa en Gulpener. Voor de diversiteit van bieren een verarming naar mijn mening: waar Heineken slechts een pilsverplichting mag opleggen, mogen deze brouwerijen meer.. voor mij bitterzoet.

    • Rick Kempen
      oktober 3, 2022

      Dank voor je reactie, en ik snap je bitterzoete gevoel. Vergeet overigens niet ondernemers ook op Lindeboom te wijzen, als mooi Limburgs alternatief. Verder blijft het droevig.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *