In de afgelopen twee weken zijn de eerste cijfers bekend gemaakt over de Nederlandse en de Amerikaanse biermarkt. Beide markten zijn niet zomaar te vergelijken: de grootte ervan verschilt fors en men houdt de cijfers anders bij. Toch zijn trends duidelijk zichtbaar en kun je als belangrijkste conclusie trekken dat pils een groot probleemkind is en niet-pils blijft groeien. Vandaag bekijken we de Amerikaanse cijfers; woensdag 22 februari de Nederlandse.

Amerika
Een belangrijk verschil qua biercijfers is dat de Amerikaanse cijfers niet over ‘biersoorten’ gaan, maar betrekking hebben over de productieplaats. Men onderscheidt ‘import’, ‘craft’ en ‘niet-craft’. Let op: we bedoelen hier niet ‘craft bier’, want voor dat begrip bestaat geen officiële definitie. Een ‘craft brouwerij’ is volgens de definitie van de Brewers Association (BA):
1) kleiner dan 6 miljoen barrel (6,6 miljoen hectoliter; een hectoliter is 100 liter)
2) niet meer dan 25% van de aandelen wordt door een niet-craft brouwerij gehouden
3) de meerderheid van de bieren wordt gebrouwen met ‘traditionele of innovatieve ingrediënten en dito vergistingsmethoden’.

De totale Amerikaanse biermarkt is rond de 200 miljoen barrel, zeg 240 miljoen hectoliter: net iets groter dan de totale jaarproductie van Heineken Brouwerijen N.V. Daarvan nemen import en craft beide 15% voor hun rekening. 70% Van de Amerikaanse biermarkt bestaat dus uit bier, gebrouwen op Amerikaans grondgebied door brouwerijen die meer dan zes miljoen barrel brouwen: Miller, Coors, Anheuser Busch en dergelijke. Dit is grotendeels lager of iets dat daarop lijkt. Veruit het meeste importbier is dat ook: Corona, Heineken en Stella Artois bijvoorbeeld. Onder import vallen verder de Belgische brouwerijen, maar ook Guinness. Het is onmogelijk te zeggen welk aandeel van de import pils – niet-pils is. En om het nog moeilijker te maken, ook onder de ‘craft brouwerijen’ die 15% van de markt vormen vind je veel pilsener bieren (grappenderwijs aangeduid als ‘craft pils’ – een groter gotspe is niet mogelijk).

Net als in Nederland (zie woensdag) steeg de afzet van bier op de Amerikaanse markt in 2016 licht: er werd 0,3% meer liter bier verkocht.  Het totaal aan geïmporteerd bier steeg echter in 2016 met 7%, rond de 1,5 miljoen barrel. Dat betekent dus eenvoudig dat alle bier dat NIET geïmporteerd werd in totaal 0,8% achteruit ging. Maar in aanmerking genomen dat ook ‘craft’ in 2016 met 7% groeide (en rond 1,5 miljoen barrel aan de markt toevoegde) komt dan het verlies van de grote, nationale Amerikaanse brouwerijen met hun (light) lagers op een duizelingwekkende 2%, ofwel 3 miljoen barrel (3,6 miljoen hectoliter) te liggen – in een jaar tijd. Ter vergelijking: dat is een miljoen hectoliter meer dan dat Grolsch per jaar maakt. Het is bijna het hele jaarvolume van Sam Adams (al maakt moederbedrijf Boston Beer ook cider en ‘harde thee’: alcoholhoudende ice-tea enzovoort, lekker crafty).

Kortom: op de Amerikaanse markt is in 2016 het totale volume dat de Grolschbrouwerij zou kunnen brouwen verloren gegaan voor de grote Amerikaanse lagerbrouwers, en herverdeeld over de kleine nationale brouwerijen en importbieren.