Ter gelegenheid van de opening van de Week van het Nederlandse Bier 2017 mocht ik een gesproken column opleveren, ten overstaan van brouwers en genodigden. Er pasten enkele tientallen mensen in de zaal – daarom, voor wie het lezen wil, hier die bewuste column: een Open Brief aan de Informateur. Proost!
Aan de hoogedelgestrenge vrouwe Edith Schippers
Den Haag, 11 mei 2017
Geachte mevrouw Schippers, beste Edith –
Het verheugt mij dat de informatie nog altijd gladjes voortgaat, en in een goede sfeer bovendien. Sta mij toe u van enkele weetjes en tips te voorzien, niet alleen voor de laatste loodjes van de informatie, maar ook alvast voor de formatie. Ik realiseer mij dat er velen zijn die aan uw mouw trekken en uw oor zoeken – die anderen kunt u rustig negeren.
Mijn naam is Rick Kempen, Bier Ambassadeur bij het Amsterdamse Bier&cO – een aangenaam eigenzinnige drankenhandelaar die heeft bijgedragen aan de ‘bierrevolutie’ die van Nederland een vernieuwend en internationaal gewaardeerd bierland heeft gemaakt. Aan die ‘bierrevolutie’ kan het komende kabinet een steentje bijdragen – en er vervolgens mede de vruchten van plukken.
Vrees niet, ik ga u niet de voor de hand liggende, lollig bedoelde tip aan de hand doen om tijdens de onderhandelingen en gesprekken zo af en toe eens een biertje te schenken. Natuurlijk is het zo dat bier verbroedert, en dat de grootste meningsverschillen gemakkelijker worden uitgesproken en overbrugd als er een paar mooie, schuimende potten bier op tafel staan – maar dat weet u wel, en daarbij ziet u een dergelijke tip al van kilometers aankomen.
Ik gok erop dat de informatiegesprekken inmiddels door meer dan alleen een kopje Bravilor filterkoffie worden begeleid. Hoewel, Sybrand en Pieter zie ik er nog wel aan zitten, onder het grootse motto ‘het was voor onze voorgangers ook goed genoeg’. Alexander en Wouter – hen zie ik wel aan een verantwoorde cafeïnevrije cappuccino zitten, terwijl Mark een espresso macchiato geniet en Halbe zelfs een doppio bestelt. Jesse gaat voor een Fair Trade Skinny Soy Latte, en wie weet neemt Kathalijne die ook wel, waarbij zij de Guatemalteekse bonen verkiest. Dat, of u zet met haar liters Rooibos thee weg.
Zo divers als de koffiekeuze tegenwoordig is, zo divers is de hedendaagse Nederlandse bierwereld. Belangrijk is om u te bedenken dat binnen die Nederlandse bierwereld de verschillen enorm zijn: een paar Nederlandse brouwerijen behoren tot ’s werelds grootste, het leeuwendeel behoort tot ’s werelds kleinste. Nederlands bier, dat 85% van de nationale bierconsumptie beslaat, wordt door ongeveer 450 brouwerijen gebrouwen waarbij de tien grootste 95% voor hun rekening nemen. Het is een duidelijk perspectief, denk ik – hoewel het belangrijk is te weten dat groei juist bij de kleine brouwers te vinden is.
Diversiteit vinden we op gebied van smaak, kleur, geur en presentatie, waarbij opvalt dat de objectieve kwaliteit gemiddeld zeer hoog ligt. Nederlandse brouwers maken verdraaid goed bier, zelfs Belgen geven dat toe. Nederlandse brouwers worden vrijwel elk weekeinde uitgenodigd om ergens op een internationaal bierfestival te staan alwaar men zich verbaast over ons kwaliteitsniveau, onze mate van samenwerking en collegialiteit, maar bovenal omdat Nederlandse brouwers een ‘eigen weg’ gaan: de Nederlandse school, zo u wilt, volgt niet klakkeloos dat wat elders al is gedaan maar vertoont een imposante scheppingsdrang, en scheppingskracht.
In 2016 werd brouwerij De Molen door het wereldwijde consumentenplatform Ratebeer uitgeroepen tot de zesde beste brouwerij ter wereld. Datzelfde Ratebeer verkoos TS Wild Ales – de vierentwintigjarige Tommie Sjef Koenen, die ook nog even aan het conservatorium studeert – tot achtste beste nieuwe brouwerij ter wereld! De bieren die beide brouwers maken verschillen als dag en nacht maar hebben als overeenkomst dat zij van grote schoonheid en de hoogste kwaliteit zijn.
Voeg daarbij het feit dat Nederland, na Mexico, de grootste bierexporteur ter wereld is – dit komt omdat men Nederlands bier nu eenmaal graag drinkt – en dan begint het plaatje wel helder te worden, denk ik. Als het gaat om bier is Nederland een wereldspeler.
De variëteit in bieren waarover ik schreef maakt feitelijk dat de cirkel rond is. Tweehonderd jaar geleden was het nog zo dat elke streek, vrijwel iedere stad, zijn eigen brouwerijen had die allen een eigenaardig bier brouwden. Met de ontdekking van het pilsener biertype verdween veel daarvan. Maar Nederlandse brouwers en consumenten herontdekten smaakvariëteit. Gezamenlijk geven zij aan dat er behoefte is aan een divers, kwalitatief, gevarieerd en – let nu goed op, alstublieft – lokaal bieraanbod, precies zoals dat tweehonderd jaar geleden was.
Nederlandse consumenten geven de laatste jaren blijk van een groot verantwoordelijkheidsgevoel en kwaliteitsbesef. De consument vertoont daarbij een interessante evolutie: van ‘veel van hetzelfde’ naar ‘minder maar gevarieerder’, ofwel, van kwantiteit naar kwaliteit. De alcoholconsumptie in Nederland vertoont al jaren een dalende trend: de consument is zich bewust van schadelijke overmaat. Als men dan alcohol consumeert moet het ook wel de moeite waard zijn.
De Nederlandse brouwers maken het bij elkaar meer dan de moeite waard. Wist u dat als neveneffect van de explosieve groei aan brouwerijen industrieën zijn wederopgestaan? De brouwers hebben behoefte aan verschillende soorten hop – ooit was Nederland een hopproducent van formaat, en nu komen hoptuinen weer voor in het landschap. Brouwerijen als Gulpener en La Trappe hebben hun ‘eigen’ hoptuinen, maar bijvoorbeeld ook Het Amsterdams Hophuis voorziet lokale brouwerijen van smaak en een eigen signatuur. Brouwerij De Prael brouwt er een groot deel van haar bier mee, ook dat bier dat van regenwater wordt gemaakt. Want ook dat speelt bij de Nederlandse brouwers van nu een hoofdrol: maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaam zijn – en niet alleen met woorden.
Veel brouwerijen bieden werk aan mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt. In de proeflokalen van de lokale brouwers treffen buurtbewoners elkaar en leren elkaar kennen. Voeg dit bij de banen die zijn gecreëerd in nieuwe, of wederopgestane, bedrijfstakken en sta versteld van de kracht die bierbedrijven geven aan het weefsel van de lokale samenleving. Bier stond ooit aan de basis van onze beschaving en maakt nu, meer dan ooit, deel uit van het wezen van onze samenleving.
Geachte mevrouw Schippers, beste Edith – wat zou het mooi zijn als u het nieuwe kabinet op 4 augustus aanstaande zou kunnen presenteren, Internationale Bier Dag. Wat zou het mooi zijn als dat kabinet de waarde van de biersector onderkent. Dat kabinet kan de bieraccijns ongemoeid laten – verhoging jaagt alleen maar consumenten de landsgrens over, daarmee brouwers en slijters benadelend, om over het milieu maar te zwijgen. Ook hoop ik dat het kabinet beseft dat de Nederlandse consument in overgrote meerderheid een verstandige, verantwoordelijke alcoholgenieter is: die hoeft niet verder tegen zichzelf in bescherming te worden genomen.
Weet u, mevrouw Schippers? Misschien moet u het toch doen, dat biertje nemen. Morgenmiddag bijvoorbeeld, met het hele team in de Haagse Grote Kerk: daar is dan het Nederlands Bierproeffestival aan de gang. Meer dan veertig brouwerijen presenteren er zichzelf en hun bieren. U allen kunt dan met eigen ogen zien, en zelf proeven, hoe rijk onze biercultuur nu wel niet is. En dat vrijdagmiddagbiertje zal verbroederen – en waarschijnlijk inspireren. U bent van harte welkom!
Met de meeste hoogachting, enzovoort enzovoort
Rick Kempen
11 mei 2017
mei 13, 2017
Goed verhaal Rick, niks aan toe te voegen!