Het was een korte en zakelijke boodschap op Facebook: Brouwerij Pampus, genoemd naar het historische eiland waar schepen voor anker moesten bij laag water aleer de haven van Amsterdam binnen te varen, kondigde een naamswijziging aan per 1 januari 2017. Een Belgische brouwerij had geklaagd over haar naam die te zeer zou lijken op een van haar biermerken, en om die handelsnaam te beschermen verzocht zij de brouwerij om naamswijziging. Een minnelijke schikking werd uiteindelijk getroffen. Internet, althans dat deel waar de bier geeks en groupies zich verzamelen, stond binnen de kortste keren in brand.
Hoezeer ik zeker weet dat Nando Servais, de brouwerij-eigenaar, diep ongelukkig is met de kwestie en die, als je hem diep in zijn hart kijkt, graag het gevecht was aangegaan bij de rechtbank, koos ervoor te schikken opdat hij zich kan focussen op bier en het brouwen daarvan zonder tijd en energie te verspillen aan een waarschijnlijk verloren zaak. Ik bewonder hem daarom, net zoals ik hem bewonder om de kalme en zakelijke manier waarop hij het nieuws bracht. Hij gooit geen modder en scheldt niemand uit. Hij zal zich verbijten en verwijten dat hij destijds onvoldoende merkonderzoek heeft gedaan. Maar hij richt zich op de toekomst en zal zo’n fout nooit meer maken. Ik bewonder hem omdat hij zijn emoties heeft kunnen bedwingen en zijn gezond verstand voor laat gaan. Dat deed hij al vanaf het begin, en toen hij mij over de kwestie vertelde, op Bier West, en mij vroeg het voor mij te houden, was hij de kalmte zelve.
En nu staat Internet in brand. Kranten en web sites brachten het nieuws, en Facebook stond al gauw vol steunbetuigingen aan het adres van Nando en Pampus – waarbij Delirium en Brouwerij Huyghe er zonder veel omhaal van langs kregen. Het is namelijk deze brouwerij, en vooral haar pilsener Campus, waar deze merkenrechtkwestie om draait. Gerespecteerde bierautoriteiten als Bierista’s Alain Schepers schreven commentaren waarin ze zich afvroegen hoe netjes en nodig de queeste van Brouwerij Huyghe was om haar bezit zo te beschermen. Schepers schreef dat het hem ‘een vervelend gevoel <gaf> dat het grote geld het hier gewonnen lijkt te hebben van een kleine brouwer, die met passie en liefde zijn vak uitoefent om mooie bieren te maken. Ik vind het prima dat een kapitaalkrachtige partij wint als daarmee het recht zegeviert. Dat gevoel heb ik hier absoluut niet.’
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de geeks, groupies en autoriteiten hun emoties de overhand laten nemen over hun gezonde verstand. Want als je een stapje terug zet, dan moet je toch zien dat Brouwerij Huyghe, hoewel veel groter dan Brouwerij Pampus, nog niet eens een middelgrote brouwerij is. Ze brouwen er een geschatte 225.000 hectoliter bier en ik daag een ieder uit te beweren dat de brouwerij en haar brouwers dat ZONDER passie en liefde doen. Ook ben ik er zeker van dat Alain de Laet, de huidige directeur, aanzienlijk rijker is dan ik ben – maar ‘het grote geld’ heeft hij niet. Nee, je moet hem niet verwarren met Antoine Bosteels die onlangs uitverkocht aan het grote geld.
Maar het allerbelangrijkste: het recht hééft gezegevierd, hoe pijnlijk het misschien ook is om dat goed te zien, maar daarom moet je ook het gezonde verstand bewaren als de emoties oplopen.
Het belangrijkste dat een bedrijf bezit zijn haar merken. Deze merken en producten maken elk bedrijf uniek en moeten duidelijk onderscheidend blijven van anderen. Ze moeten beschermd worden, als waren je producten je kinderen, en de namen die zij hebben de merken: de meest waardevolle, immateriële bezittingen die je ooit zult hebben. Zonder je naam ben je niets.
Natuurlijk kon Alain de Laet niet anders. Pampus is nu een kleine brouwerij, en waarschijnlijk zal niemand hun bieren verwarren met het vlaggenschip-pilsener van Brouwerij Huyghe – een mogelijke inbreuk op merkenrecht mag je nooit toestaan, ook niet qua precedentwerking. En wat als Pampus heel groot groeit, en bier in België gaat verkopen? Wat als Carlos Britto langskomt en een Bosteelsje doet? En wat denk je dat Nando zou doen als, laten we eens zeggen, De Bierderie met een bier komt dat Seeheld heet, of Blinck IPA? Wat als Kees komt met Kees Nachtschot, of De Molen met een Bloedvlag? Er vanuit gaand dat hij zijn merkenregistratie goed op orde heeft zal hij hen vriendelijk vragen de namen te wijzigen – vriendelijk als het kan, maar voor de rechter als het moet.
Het is al miljoenen malen gebeurd, en grootte speelt geen rol. Brouwerij De Prael begon als De Parel, totdat Brouwerij Budels hen maande de naam te wijzigen: deze leek teveel op hun biermerk Parel Blond. Diezelfde Prael noemde haar bieren ooit bij de stijl en kregen al gauw het ‘verzoek’ hun ‘Kölsch’ te hernoemen, vanwege de Kölsch Konvention (het heet nu Bitterblond). Lagunitas dreigde Sierra Nevada met een proces: de brouwerij uit Petaluma voert een IPA met op het etiket groot de letters ‘IPA’. Sierra Nevada schreef ook groot IPA op hun Hop Hunter IPA en boem: een dreigend proces, dat
uiteindelijk ook geschikt werd. Sierra Nevada, op hun beurt, maande Anchor Brewing Company te stoppen met hun bier ‘Odeprot’: het bier in kwestie was een eerbetoon aan de ‘torpedo’, een speciaal toestel ontwikkeld door Sierra Nevada om hun bieren te drooghoppen (onder andere hun Torpedo IPA). Anchor’s ‘Odeprot’ – een spiegelwoord eerbetoon, want Torpedo achterstevoren geschreven – kon niet op de goedkeuring van Sierra Nevada rekenen en is nu uit de handel genomen. Brouwerij Huyghe maakte het zelf mee: toen zij met hun Floris fruitbieren startten, zouden die eigenlijk ‘Florisgaarden’ heten. De voorloper van AB InBev, Interbrew, had binnen de kortste keren een stel bloedhonden van advocaten aan de keel van Alain de Laet hangen – het ging niet zo minnelijk als bij Pampus.
Kortom: hoe begrijpelijk emoties ook kunnen zijn, ze zijn deel van de echte wereld waarin wij leven. Brouwen is zakelijk en onderhevig aan wetten en regels. Klein of groot, je moet beschermen wat van jou is. De brouwindustrie, of die nu klein, industrieel of hoe je het ook wilt noemen is, is geen sprookjeswonderland waarin louter vredelievende lammetjes door groene weiden huppelen. Het is broederschap en samenwerking waar mogelijk, en strikt zakelijk als het moet. En laten we nu allemaal opgroeien, laten we ons gezond verstand het verhitte voorhoofd van onze emoties laten deppen en allemaal een mooi bier nemen naar ieders eigen keus en voorkeur. O, en alle brouwers ter wereld: schrijf even op dat het eerste dat je morgen doen gaat, het controleren van je merkenregistraties is. Daar kun je niet secuur genoeg mee zijn.
december 2, 2016
Ik denk niet dat merkenregistratie de zaak Pampus vs Campus had kunnen oplossen. Pampus is niet te registreren omdat het een bestaand iets is.
Verder kun je als kleine man het nooit winnen van het grote geld omdat merkenrecht iets is waar je je niet voor kunt verzekeren en het in de rechtspraak behoorlijk lang gerekt kan worden (kost klauwen met geld en energie). De enige die er beter van worden zijn advocaten, ook al krijg je gelijk.
Je begint er gewoon niet aan en dus is de kleine onernemer al snel de dupe.
december 3, 2016
Beste Gerard – ik denk toch dat het anders ligt. Pampus ‘as such’ kun je niet registreren, want het is een eiland – maar als naam voor een bedrijf moet en kun je dat registreren. Nando heeft de Stichting Behoud Pampus om toestemming gevraagd, en gekregen, om de naam voor zijn brouwerij te gebruiken. Maar dat is, merkenrecht-technisch, onvoldoende zoals nu wel blijkt. Een relatief kleine investering had hem hiervoor kunnen beschermen.
Een kleine ondernemer kan heel veel doen om zich te beschermen, en verdedigen, ook tegen het grote geld. Ik hoop dat veel collega’s van Nando hier lessen uit trekken.