Van 2018 naar 2019

Keek op de Week

Het oudste continu verschijnende bierblog van Nederland (Bierlog van Henri Reuchlin) presenteerde Staar op het Jaar 2018’. Dat is een mooie knipoog naar Keek op de Week van Van Kooten en De Bie, maar dat hield al in 1993 op – veel brouwers en bierliefhebbers van nu moesten nog verwekt worden. Henri stelt dat 2018 wel eens de geschiedenis in kan gaan als het overgangsjaar van de bierrevolutie. “De kinderjaren van de craftbierrevolutie zijn geweest, en langzaam komen we ook uit de pubertijd.” Wie weet. Voor mij sprongen er in 2018 drie zaken uit, waarvan we in 2019 zeker meer gaan horen.

Huurbrouwers in de meerderheid
De hoeveelheid brouwerijen in Nederland heeft altijd gefluctueerd, en die fluctuaties gaven veranderingen in de markt weer. Volgens de website van de Stichting Erfgoed Nederlandse Biercultuur telt Nederland, op moment van schrijven, 656 brouwerijen. Dat zijn er bijna net zoveel als tweehonderd jaar geleden, toen in 1819 de teller op 678 stond. Alle brouwerijen in 1819 waren productiebrouwerijen met eigen ketels, gericht op verkoop van bier onder eigen merknaam. Springen we naar 1980: Nederland telt 17 brouwerijen, nog steeds alle productiebrouwerijen. In 1981 start de eerste huurbrouwerij – hieronder verstaan we bierbedrijven die zich richten op verkoop van bier onder eigen merknaam maar zonder eigen ketels te hebben en de productiecapaciteit elders inhuren.

Brouwerijontwikkeling in Nederland

Na 1981 stijgt het aantal brouwerijen in Nederland, eerst gestaag en later explosief. Op de site van de Stichting Erfgoed staat een handige grafiek waarin je de ontwikkeling jaar op jaar volgen kunt. Het aantal brouwerijhuurders oversteeg in 2018, alweer volgens de telling van de Stichting Erfgoed, voor het eerst het aantal (productie)brouwerijen. Was het tien jaar geleden nog 81 productiebrouwerijen tegen 28 brouwerijhuurders, op 8 januari 2019 meldt men dat Nederland 314 productiebrouwerijen telt en 328 huurbrouwerijen. Voor de website van de Stichting Erfgoed schreef ik een blog over de ontwikkeling het aantal brouwerijen om een antwoord te geven op de vraag waarom dit zo explosief groeide.
Huurbrouwen – bier op de markt brengen zonder zelf de productiemiddelen te bezitten – is dus een substantieel deel van het Nederlands bierlandschap. Ik durf de stelling wel aan dat de ongebreidelde groei van het aantal Nederlandse brouwerijen in 2018 tot staan is gekomen. En ik durf ook de stelling aan dat het aantal huurbrouwers aan het eind van 2019 weer lager is dan het aantal productiebrouwerijen. De kinderjaren zitten erop, de explosieve groei is eruit – veel commentatoren voorspellen een consolidatieslag in Bierland, of zelfs een kaalslag. En dat roept een interessante vraag op: als een ‘kaalslag’ nu zou optreden, zouden die dan vooral productiebrouwerijen treffen of juist brouwerijhuurders die, bij wijze van spreken, alleen maar de stekker uit hun laptop hoeven te trekken? De vraag stellen is hem beantwoorden.

Brouwerijverhuurders krijgen het zwaar
Naast productiebrouwers en huurbrouwers kent Nederland momenteel acht brouwerijverhuurders: brouwerijen die wel eigen ketels hebben maar zich richten op verkoop van bier aan brouwerijhuurders. De eerste opende in 2012 de ketels, en eind 2018 leek het erop dat de eerste alweer de poort moest sluiten. Op 4 december sprak de rechter het faillissement uit van Inbier, in 2016 gestart om bier voor derden te brouwen. Er waren grote ambities: meer dan 2,5 miljoen euro werd geïnvesteerd en er werd gemikt op een jaarproductie van 60.000 hectoliter – meer dan bijvoorbeeld Jopen of Brouwerij ‘t IJ per jaar maken. De productie bleef enorm achter: in 2018 werd 6200 hectoliter gebrouwen, niet onaanzienlijk, maar bij lange na niet genoeg om de ambities waar te maken. De curator probeert een doorstart te realiseren.
Technische problemen zouden Inbier parten hebben gespeeld waardoor er niet tijdig werd geleverd en het vertrouwen van opdrachtgevers daalde. Het zal wellicht een rol hebben gespeeld, net als dat er wel eens kwaliteitsproblemen bleken te zijn. Wat ook de reden is: voor de mensen achter Inbier is het een drama; voor Nederland Bierland een waarschuwing. De bomen groeien nog wel, maar of ze nog tot in de hemel groeien? En als brouwerijhuurders de stekkers uit hun laptop trekken zijn brouwerijverhuurders degenen die de klappen opvangen. Voor 2019 voorzie ik niet alleen meer brouwerijsluitingen dan -openingen: ook meer gevallen zoals Inbier.

ABInBev beurskoers – junkbond?
Brouwerijovernames – ook daar zullen we er in 2019 nog wel wat van gaan zien. Wel is het de vraag of het grote overnames zullen zijn: er is, zoals gezegd, een consolidatieslag aanstaande onder kleine en onafhankelijke brouwerijen. Of er nog overnames komen zoals Lagunitas (dat door Heineken werd overgenomen) of Beavertown (ook Heineken) valt te bezien – er wordt gezegd dat de krenten inmiddels wel uit de pap zijn gepikt. En een overname van de magnitude InBev koopt SAB Miller zullen we zeker niet zien: daarvoor zijn er geen groot genoege brouwers over.

Volgens Moody’s is ABInBev bijna niet meer ‘investeringswaardig’

En het is de vraag of deze mega-overnames houdbaar blijken. De prijs voor SAB MIller bedroeg meer dan 95 miljard euro, een onbeschrijflijk groot bedrag. Veel zou moeten worden terugverdiend met kostenbesparing en ‘synergies’ – op de balans van het nieuwe, ‘s werelds grootste, bierbedrijf prijkt in elk geval een kolossale schuld die aan de financiers moet worden afgelost. Het terugdringen van die schuld gaat beleggers niet snel genoeg, reden waarom Moody’s de kredietrating van ABInBev verlaagde van A3 naar Baa1 – slechts drie stapjes verwijderd van een junkrating, zeg maar dat je als schuldeiser niet meer op je geld hoeft te rekenen.
Zo heet zal de soep niet gegeten worden – er gaat extreem veel geld om in het bedrijf, en men werkt hard aan het verbeteren van de financiële positie. Dat laat wel weer zien dat dit soort megalomaan grote brouwers het uiteindelijk niet om het bier gaat, maar om de knikkers – iemand omschreef bieren van AB InBev al eens als ‘bier met de status van een junkbond’.
De beurskoers van AB InBev verloor in 2018 30% van haar waarde. Op het financiële terrein ben ik geen kenner, dus van verder commentaar onthoud ik mij. Maar een ding zal in 2019 gebeuren: AB InBev wordt een brouwende kat in het nauw, die rare sprongen gaat maken. Welke? Laten we daar aan het eind van 2019 eens op terugkijken.

No Comments Yet.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *